8/2/23 Door Jeroen Tas and Sven Hermans

Het moment voor de digitale doorbraak in de zorg is nu

Wachtlijsten, torenhoge kosten: bij steeds meer bestuurders in de zorg begint het besef door te dringen dat we in Nederland niet naar een zorginfarct toe gaan, we zijn al gearriveerd. Tegelijk moet een andere constatering worden gedaan, namelijk dat de zorg wat betreft de digitalisering een van de minst ontwikkelde sectoren is. Digitalisering kan de zorg niet alleen effectiever en efficiënter maken maar kan ook, zoals we bij Ancora laten zien, een belangrijke rol spelen in preventie – waarmee uiteindelijk minder zorg nodig is. Een digitale doorbraak in de zorg vraagt daadkracht en initiatief van marktpartijen én overheden. Het is tijd voor grote stappen.

120.000 Nederlanders wachten langer dan normaal op een operatie. Er is een tekort aan 80.000 zorgmedewerkers. Sommige afdelingen spoedeisende hulp sluiten een paar keer per dag hun deuren omdat ze vol liggen. Al jaren wordt ervoor gewaarschuwd: er kom een zorginfarct aan met ongecontroleerde wachtlijsten en overbelast personeel. Maar, zoals NRC recent schreef, we hoeven niet naar de toekomst te kijken, het infarct is er al. Of je er als patiënt mee te maken krijgt is een kwestie van geluk of pech. De ambulance waarin je met spoed naar het ziekenhuis wordt gereden mag óf doorrijden, óf moet een uur wachten.

En terwijl de crisis al duidelijk is, is er nog een andere, meer verontrustende situatie: het vermogen van het zorgsysteem om aan een nog grotere vraag te voldoen. Gezien de vergrijzing en de toenemende zorgvraag zou volgens de WRR over 40 jaar onder redelijke aannames één op de drie werknemers in de zorg werkzaam kunnen zijn.

Een op de zes werknemers in Nederland werkt nu in de zorg en we geven er 11,2 procent van het BBP aan uit, zoals minister Kuipers van VWS eerder dit jaar in een brief aan de Tweede Kamer schreef. We zullen de zorg slimmer moeten gaan organiseren, schreef de minister. “Het is irreëel te veronderstellen dat het aandeel van de zorg op de Nederlandse arbeidsmarkt of in de collectieve middelen verder kan oplopen.”

Met het oog daarop heeft de Nederlandse regering onlangs een Integraal Zorgakkoord (IZA) gesloten met de Landelijke Huisartsen Vereniging, om oplossingen aan te dragen die nodig zijn om de gezondheidszorg nu en in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden. Binnen het IZA is ongeveer 2,8 miljard uitgetrokken voor “impactvolle transformaties” om de eerstelijnszorg te versterken, zoals meer tijd voor de patiënt en de nieuwe hogere tarieven voor avond-, nacht- en weekendzorg. 

Hoe kunnen zij de ambitie tot leven brengen? Met noodzaak als moeder van alle innovatie kan digitalisering een belangrijke bijdrage leveren aan het efficiënter en effectiever maken van de zorg, zoals Wouter Bos, CEO van zorgverzekeraar Menzis, onlangs zei in een radio-interview.

Aan de hand van het voorbeeld van videoconsulten legt Bos uit dat “vóór Covid zei iedereen dat videoconsulten helemaal niet haalbaar waren, maar tijdens Covid kwamen we erachter dat het wel degelijk mogelijk was. [Digitalisering] is een manier om op een betaalbare manier goede zorg te bieden, hoogwaardige zorg, zonder dat daar extra mensen voor nodig zijn. Dus dat is echt iets waar we heel veel op moeten inzetten. Hij voegde eraan toe dat hoewel patiënten misschien liever echte mensen voor zich zien, “soms kan dat ook via het videoscherm; patiënten hoeven niet naar het ziekenhuis, dus er zijn kleinere poliklinieken nodig. Zo kunnen we bijdragen aan het oplossen van zowel een financieel als een arbeidsmarktprobleem.”

Inefficiënties overwinnen

Er zijn substantiële inefficiënties in de zorg. Dit heeft te maken met fragmentatie en onvoldoende preventieve zorg. Digitalisering kan een game changer zijn.

In vrijwel elke sector zijn afgelopen decennia grote veranderingen gerealiseerd met behulp van digitale platformen. Met een paar klikken kun je internationaal geld overmaken of je financiële historie van de afgelopen 12 maanden inzien. In de metro kun je op je mobiele telefoon winkelen en de bestelling ligt de volgende dag thuis.

Maar de digitale transformatie in de zorg uitdagender gebleken dan in andere bedrijfstakken. Het is op dit moment niet mogelijk voor patiënten én al hun zorgverleners om makkelijk over alle benodigde informatie kunnen beschikken en op data-inzichten te sturen voor betere uitkomsten. Waarom is digitalisering in de zorg zo moeilijk? In dit artikel beschrijven we de meerwaarde van digitalisering voor de zorg, en de stappen die genomen kunnen worden.

Verandering managen

Laten we wel wezen, in geen enkele sector is de digitale transformatie eenvoudig. Het vraagt om intensieve samenwerking van uiteenlopende marktpartijen – soms concurrenten – bij het ontwikkelen van protocollen en standaards. Daarbij moeten ingewikkelde vragen rondom de veiligheid en integriteit van data worden beantwoord. In de zorg is de complexiteit echter nog groter dan elders. De aard van het werk maakt dat de zorginstellingen sterk gericht zijn op het beheersen van risico’s, en het voldoen aan de strenge regelgeving op onder meer privacygebied. Het maakt samenwerken met andere zorgaanbieders uitdagend.Digitalisering staat bovendien orthogonaal op de manier waarop de zorg is ingericht. De vergoedingen zijn voornamelijk gebaseerd op geleverde diensten zoals een consult, diagnostische test, medicatie of procedure, en niet op uitkomsten van de zorg zoals minder ziekenhuisbezoek van de patiënt of het sneller weer kunnen meedoen in de maatschappij. Niet alleen in Nederland, in veel landen spelen de patiëntenuitkomsten een ondergeschikte rol. Het World Economic Forum becijferde dat in de VS van de 2.000 kwaliteitsmeetpunten in de zorg slechts 7 procent gerelateerd is aan uitkomsten. In veel sectoren wordt het werk van de marktpartijen grotendeels gestuurd door de klanttevredenheid. Maar in de zorg wordt slechts 2 procent van de metrics door patiënten gerapporteerd.

De zorg is georganiseerd rond het aanbod van medische diensten, veelal gespecialiseerd op ziektebeeld. Innovaties worden vooral gestuurd vanuit deze specifieke diensten, bijvoorbeeld nieuwe therapieën of nóg betere scanners waarmee de artsen hun diagnoses kunnen doen. Maar niet vanuit de gezondheidsverbetering of gemakservaring van de patiënten over de verschillende diensten heen.

Voordelen

Dat de kost voor de baat uitgaat geldt bij het investeren in digitalisering evengoed als bij andere investeringen. Opvallend aan de zorg is dat we het kennelijk vanzelfsprekend vinden om honderden miljoenen uit te trekken voor de bouw van een nieuw ziekenhuis. Structureel investeren in digitale processen en systemen die de hele zorg voordelen opleveren, vinden we veel moeilijker, wellicht vanwege het feit dat samenwerken moeilijk is en informatietechnologie ons minder bekend is dan medische technologie.

Terwijl digitalisering de zorg zo veel te bieden heeft. Een groot deel van de interactie tussen arts en patiënt kan worden geautomatiseerd, en dit biedt een groot voordeel voor zorgverleners en patiënten. Denk aan de tijd die artsen kunnen besparen als ze snel toegang hebben tot actuele patiënten-data en inzichten, ook met informatie van andere zorgverleners, eventueel in andere zorginstellingen. Denk aan de diagnoses die niet hoeven te worden herhaald en de telefoontjes met collega-artsen die niet meer nodig zijn. Denk bijvoorbeeld ook aan de mogelijkheden van thuis monitoring om beter inzicht te krijgen in het functioneren van de patiënten in het dagelijks leven, en ze met gerichte adviezen te kunnen helpen, of tijdig ingrijpen als een (potentiële) verslechtering optreedt.

Dit alles zal de efficiëntie in de gezondheidszorg bevorderen. Volgens een rapport van adviesbureau Gupta Strategists kan digitalisering de bestaande personeelstekorten in Nederland mogelijk helpen oplossen. Als technologie goed wordt ingezet, kan het equivalent van 110.000 werknemers vrijkomen, bijna net zoveel werknemers als Nederland in 2031 tekort zal komen.

Ook het gebruik van technologie en data voor continue verbetering biedt enorme mogelijkheden. In het traditionele zorgmodel zijn er te weinig feedback loops of inzichten in het verband tussen de geleverde zorg en de uiteindelijke gezondheidsresultaten van de patiënt. Door de digitalisering is een groter aantal bruikbare gegevens direct beschikbaar.

Platformen

Een kenmerk van digitale transformaties is dat de platformen vanuit de klantbehoefte worden ingericht. Doordat ze vanuit de marktvraag ontstaan kan met platforms worden nagegaan waar en hoe bepaalde diensten zo effectief mogelijk kunnen worden aangeboden in een geïntegreerde ervaring met behulp van meerdere aanbieders. Amazon vervult de behoeften van de consument op het gebied van wonen, eten, entertainment, technologie en nu ook zorg. Booking.com vervult de behoefte van de consument aan vakantie.

Platformen brengen vraag en aanbod bij elkaar en nemen de verantwoordelijkheid om de diensten (ook van derden) te orkestreren. Maar omdat de gezondheidszorg haar eigen dynamiek heeft, heeft het geen zin om een strategie voor platforms op te stellen die louter gebaseerd is op voorbeelden uit andere sectoren. Zoals KMPG in een recent rapport schreef, is de aanbodzijde in de gezondheidszorg complexer dan in de meeste andere sectoren wat betreft regelgeving, het delen van gegevens en financiering. Ook de informatie-asymmetrie tussen patiënt en arts maakt de zaken ingewikkelder. Aan de vraagzijde zijn er echter veel overeenkomsten: consumenten willen en eisen steeds vaker een betere ervaring en willen dat zorgpartijen beter samenwerken. 

In de zorgwereld is Ancora een voorbeeld van een platform gericht op de behoefte van patiënten. De gezondheidswaarden van elke patiënt worden bijgehouden via een mobiele app, met gegevens over gewicht, dieet en hoeveelheid lichaamsbeweging. Dit creëert niet alleen een beeld van iemands huidige fitheid, maar creëert ook een basis voor de verbetering van de gezondheid in de loop van de tijd. Dit geldt ook voor degenen die aan chronische ziekten leiden en waarvan het gedrag de uitkomsten beïnvloedt. Gebruikers kunnen de gegevens delen en bespreken met medische begeleiders zoals hun huisarts of leefstijlcoach. De geaggregeerde data die met de app worden verzameld geven waardevolle informatie over gezondheidstrends en de effectiviteit van bepaalde interventies en maatregelen.

Preventie

Platformen kunnen een hoofdrol spelen bij preventie.

Denk aan de situatie van deelnemers aan een leefstijlprogramma, zoals een digitaal ondersteunde gecombineerde leefstijlinterventie (GLI). Door hun resultaten in een app te zien, krijgen ze meer grip op hun gezondheid. Goed gedrag wordt versterkt. Een coach kan op basis van concrete data de voortgang in de gaten houden en actie ondernemen. De combinatie van inzicht geven en actief coachen leidt tot structurele vooruitgang, gebaseerd op gezondere routines, zo blijkt uit meerdere onderzoeken van Ancora.

Een bijkomend voordeel van digitaal ondersteunde leefstijlprogramma’s is dat ze de capaciteit voor dit soort interventies sterk vergroten, zonder additioneel personeel in te zetten. Bij digitale leefstijlprogramma’s doen zich enkele misvattingen voor, waaronder dat ze voor veel patiëntengroepen minder geschikt zouden zijn. Onderzoek laat echter zien dat deelnemers aan de programma’s er vaak juist een voorkeur voor hebben. Uit een Amerikaanse studie bleek bijvoorbeeld dat deelnemers aan een e-health afvalprogramma evenveel gewicht kwijtraakten als deelnemers aan traditionele programma’s. In de e-health-groep was de deelnemerstevredenheid hoger dan in de andere variant. Ook voor mensen met een beperkte digitale geletterdheid leveren online groepssessies resultaten op die vergelijkbaar zijn met fysieke groepen, zoals uit een systematische review bleek.

Bovendien blijkt uit onderzoek dat deelnemers aan digitaal ondersteunde gezondheidsprogramma’s er vaak een voorkeur voor hebben.

Uit een studie van C.Journey in opdracht van Ancora bleek dat de doelgroep voor de gecombineerde leefstijlinterventie een sterke voorkeur heeft voor een gedifferentieerd aanbod. Een digitaal ondersteunde variant spreekt groepen aan die anders moeilijk worden bereikt, zoals volwassenen van 30 tot 40 jaar. Met haar grote flexibiliteit past de digitale oplossing bij mensen die bijvoorbeeld een druk gezinsleven hebben of geen tijd om reisafstanden af te leggen.

Voor mensen die buiten de stad wonen, beperkte mobiliteit hebben, sociaal geïsoleerd zijn, sociaal terughoudend zijn of beperkte financiële middelen hebben om te reizen, kunnen digitale programma’s een uitkomst zijn. Vraag en aanbod worden op een digitaal platform beter afgestemd, omdat ze niet locatie-gebonden zijn.

Passende zorg

In het Kader Passende Zorg dat Zorginstituut Nederland in juni 2022 aan de minister aanbood, wordt omschreven aan welke randvoorwaarden passende zorg moet voldoen. Passende zorg (dus zorg die voldoende waarde toevoegt aan het leven van mensen en oog heeft voor de huidige maatschappelijke opgaven) is nodig om de zorg toekomstbestendig te maken. “Als we niets doen, dreigt de zorg vast te lopen”, schrijft het Instituut.

Een van de belangrijkste principes is de juiste zorg op de juiste plek: zo dicht mogelijk bij de patiënt. En als goede digitale ondersteuning beschikbaar is, heeft dat de voorkeur. “Passende zorg vindt digitaal plaats als het kan en fysiek als het moet.” Deze zorg moet ook afgestemd worden op de bredere behoeften van de patiënt. Een oudere man met meerdere chronische ziekten, die alleen thuis woont, heeft andere behoeften dan een jonge vrouw die aan type I diabetes lijdt. Dit is een belangrijk ontwerpprincipe voor ieder platform: het geïntegreerd aanbieden van diensten in een ervaring die past bij de behoefte van de gebruiker.

Om passende zorg zo goed mogelijk digitaal te ondersteunen, zal de zorgsector echter wel een flink tandje moeten bijzetten wat betreft zijn digitale transformatie. Hoe kunnen ze dat aanpakken? Zowel zorginstellingen als overheden kunnen met concrete initiatieven van start. Níets doen is gezien de huidige problemen in de zorg geen optie. Honderden kleine projecten zonder een schaalbare infrastructuur en duurzame economische modellen zijn ook geen oplossing.

Zorginstellingen kunnen starten met regionale netwerken waarin ze samen met andere zorgaanbieders gegevens delen, om de zorgbehoefte in kaart te brengen hun activiteiten op elkaar af te stemmen. Door informatie over de gezondheid van de bewoners bij elkaar te brengen kunnen ze inefficiënties in de behandeling opsporen, en proactief op eventuele problemen inspelen. Deze aanpak kan zo ingericht worden dat er waarde voor alle participanten in het ecosysteem gecreëerd wordt: betere uitkomsten voor de patiënten, efficiëntere processen, minder werkdruk op de zorg, lagere totaalkosten voor verzekeraars.

Overheden kunnen de zorg faciliteren door een digitale infrastructuur te ondersteunen waar patiëntgegevens op betrouwbare manier voor zorgverleners worden gedeeld en geanalyseerd. Inmiddels geeft de overgrote meerderheid van de Nederlanders aan geen moeite meer te hebben met het delen van gezondheidsdata. Uit een onderzoek van VWS bleek dat bijna alle ondervraagde patiënten (97%) toestemming gaven voor het gebruik van hun medische gegevens of lichaamsmateriaal. De rol van de overheid als initiatiefnemer is belangrijk om te zorgen voor een gecoördineerd systeem, dat aan de hoogste eisen op het gebied van privacy en data-integriteit voldoet. Schaal is belangrijk voor de economische duurzaamheid. Grote digitale platformen hebben lage marginale kosten: additionele gebruikers kunnen met steeds lagere kosten worden toegevoegd. Gevalideerde algoritmes en programma’s kunnen makkelijk gedistribueerd worden. Inzichten kunnen snel geaggregeerd en gedeeld worden. COVID heeft ons geleerd, dat deze inzichten levens kunnen redden.

Overheden kunnen ook, nóg meer dan ze nu al doen, een rol spelen bij het stimuleren van ondernemerschap. Nieuwe initiatieven in de zorg hebben vaak rekening te houden met de hoge bewijslast die aan de effectiviteit van medische behandelingen wordt gesteld. Aan het voorbeeld van DiGA (Digitale Gesundheitsanwendung) in Duitsland, en binnenkort ook in Frankrijk, is echter te zien dat het ook anders kan. Ondernemers kunnen systemen (apps en platformen) ontwikkelen en via een relatief snelle goedkeuringsprocedure aan patiënten aanbieden. Eventueel kunnen ze een tijdelijke goedkeuring krijgen, zodat ze op basis van hun eerste resultaten kunnen besluiten hoe ze de ontwikkeling voortzetten. Er is geen innovatie zonder experimenteren.

Net als in andere sectoren kan digitalisering de zorg veel efficiënties opleveren. En niet alleen efficiëntie maar ook beter modellen, en waar het allemaal omgaat: betere gezondheid voor de Nederlandsche burger. Maar dan moet de zorg op dat gebied wél naar een hogere versnelling schakelen.

Jeroen Tas

Jeroen Tas

Jeroen Tas is ondernemer en senior executive in de zorg en informatietechnologie

Sven Hermans

Sven Hermans

Sven Hermans is hoofd Public Health & Partnerships bij Ancora Health

Schrijf je in

Schrijf je in om op de hoogte te blijven van nieuwe blogs.

 

Ga voor meer informatie over privacy en databescherming naar ons privacybeleid