“In de ploeg wordt er weleens om gelachen. ‘Nou Rie, dit is jouw dag’, zeggen ze dan. Niet iedereen vindt het leuk om een ploegentijdrit te rijden, maar ik kijk er altijd naar uit. Het is een mooie discipline: alles móet kloppen, het is zaak dat je er als team staat. Aan de andere kant snap ik m’n ploeggenoten ook heel goed. Want een ploegentijdrit is gewoon pijnlijk. Als je aan kop diep gaat, pijnig je jezelf. En ook als je van achteren weer aanpikt, moet je alle zeilen bijzetten.”
Grote molen
Riejanne Markus heeft de datum van zondag 23 september met gele fluostift in de agenda gemarkeerd. Bijna 54 loodzware kilometers liggen er voor de wielen. Direct vanuit de start gaat het vals plat omhoog. Daarna loopt de weg vrijwel steeds licht naar beneden richting aankomstplaats Innsbruck. “We hebben het parcours verkend. Bochten zijn er nauwelijks, uitgezonderd enkele rotondes. Het is daarmee een proef voor de rouleurs met de grote molen.”
De Noord-Hollandse verwacht dat ook de lengte zal meespelen. “We hebben dit jaar in verschillende etappekoersen een ploegentijdrit gereden. Die in Vårgårda (WorldTour-wedstrijd in Zweden, red.) was met ruim 42 kilometer eigenlijk de langste die we van allemaal hebben gereden. We hadden daar ook bijna dezelfde samenstelling als op het wereldkampioenschap.” De WaowDeals-trein snelde er naar een zesde tijd, op korte afstand van de nummers vijf en vier.
Blind vertrouwen
Om een goede ploegentijdrit af te werken, is een aantal zaken belangrijk, vertelt Markus. “Je moet elkaar blind kunnen vertrouwen en goed in de wielen kunnen rijden. En dat bij superhoge snelheden. Het is zaak dat je er voldoende op traint, ook in de specifieke volgorde die voor de ploeg het beste werkt. De verhouding tussen de explosieve rensters en gangmakers moet kloppen. Na een kopbeurt moet je van achteren weer aansluiten. Daar zijn we als ploeg veel mee bezig geweest.”
Ploegleider Jeroen Blijlevens waakt vanuit de volgwagen over zijn rensters. “We rijden met ‘oortjes’. Jeroen kan ons zodoende aansturen. Hij vertelt, heel rustig, hoe het parcours loopt. Tweehonderd meter voor bijvoorbeeld een bocht komt hij op de lijn. En na een bocht geeft hij een seintje als de trein compleet is. Als de eerste renster na een bocht te vroeg en te hard versnelt, zou de zesde renster eraf kunnen waaien”, zegt Markus. “Ook de persoonlijke aanmoedigingen zijn prettig.”
Zoektocht naar optimaal vermogen
Misschien wel het voornaamste van alles is de houding op de tijdritfiets. Markus bezocht het Cycle Performance Centre van SMC Sportmáx om verzekerd te zijn van de optimale tijdritpositie. “Je wilt een zo aerodynamisch mogelijke houding om het frontaal oppervlak, en dus de luchtweerstand, te verkleinen. Tegelijkertijd moet je in die houding nog steeds vol vermogen kunnen leveren. Het is dus een kwestie van zoeken naar de juiste balans tussen aero en power.”
In Eindhoven werd uitgebreid de tijd genomen voor de positietest. “Met sensoren op al je bewegende lichaamsdelen begin je aan de test. Op een scherm monitoren de experts de verrichtingen. Ze zoeken naar verbeterpunten en bekijken wat andere lichaamshoeken doen met je output”, zegt Markus. “Bij mij is vooral aan het stuur gesleuteld, dat is een halve centimeter versteld. Het klinkt misschien als weinig, maar echt, voor profs is het een groot verschil.”
Natuurlijk
Na de aanpassingen aan de fietspositie werd het voor Markus tijd om de nieuwe houding te trainen. Ze probeerde zo veel mogelijk uren te maken op haar Dean, zoals de tijdritfiets van Ridley heet. “Je bent zo gewend aan je houding, dat het even tijd kost voordat je nieuwe, optimale positie als natuurlijk voelt. Je focust op bepaalde punten, zoals het contactpunt tussen je lichaam en het zadel. Het gaat niet vanzelf, want de beste houding is niet de meest comfortabele.”
Een goede fietspositie is niet alleen voor profs relevant, maar voor alle fietsers. Op deze manier voorkom je onder meer knie- en rugblessures. In het Cycle Performance Centre van SMC Sportmáx verrichten specialisten dagelijks fietspositiemetingen. Deze zijn handig voor als je bijvoorbeeld net begint met fietsen, een nieuwe fiets hebt aangeschaft of het beste uit jezelf wilt halen in een granfondo of cyclosportieve tocht.