Het traditionele wielerseizoen nadert langzaam zijn einde. En dat betekent dat fanatieke fietsers in de voorbije maanden weer heel wat kilometers aan hun totaal hebben toegevoegd. Zeker de fietsers die de grens van 50.000 kilometer passeren – alle seizoenen bij elkaar opgeteld – hebben kans op één van de meest typische wielerblessures: een bloedvatprobleem.

Een vaatprobleem is een geniepige blessure met typische klachten. Als het been veel bloed vraagt, bij een training op hoge intensiteit, ontstaat een gevoel van verzuring of verkramping in de benen. Er kan ook een vervelende pijn optreden. Na een korte stop en wat rust komt de doorstroming weer op gang en verschuiven de klachten naar de achtergrond. Ze steken echter snel weer de kop op als u de training hervat en opnieuw stevig op de pedalen duwt.

“De kans dat het in dat geval om een bloedvatprobleem gaat, is groot. Alleen wordt de diagnose maar zelden in één keer juist gesteld. Je fietst veel, bent jong en kerngezond. En sporten gaat bloedvatproblemen juist tegen, wordt verondersteld. Aan een bloedvatprobleem wordt dan helemaal niet gedacht”, zegt Dr. Goof Schep, in Nederland één van de meest vooraanstaande sportartsen als het om deze bloedvatproblematiek gaat.

“Daar komt bij dat het probleem kan vertroebelen als je er langer mee rond blijft rijden. Er ontstaan daardoor op den duur vaak ook rugklachten. Je moet het door de verzuring immers met één been doen en neemt daarbij een scheve houding op de fiets aan. De oorzaak van het probleem wordt dan in de rug gezocht, terwijl het heel ergens anders vandaan komt. Je wordt naar een fysiotherapeut gestuurd en zit op het verkeerde pad. Daardoor laat behandeling vaak onnodig lang op zich wachten”, weet Schep.

Wat is de oorzaak?

Dat een vaatprobleem zich juist bij wielrenners voordoet, heeft te maken met de gebogen houding op de fiets. Door de buiging in de heuphoek en de vele pedaalomwentelingen kan de slagader in het bekken ‘afknikken’. Het is te vergelijken met een tuinslang die steeds op hetzelfde punt indeukt. Als de knik er eenmaal inzit, zal de slagader bij zware inspanning telkens op die plaats knellen. De bloeddoorstroming en zuurstoftoevoer naar de beenspieren worden minder. Het gevolg: verzuring, pijn en krachtverlies in het aangedane been.

Veelvoorkomende blessure

Schep weet uit ervaring dat veel beroepsrenners er last van hebben. “Eén op de vijf profs ontwikkelt een vaatprobleem, vooral door de grote afstanden die zij gemiddeld genomen afleggen. Zij rijden zo’n 25.000 kilometer per jaar, gaan 8 miljoen keer met de benen heen en weer en pompen 10 tot 15 liter bloed per minuut door de benen. Als de vaten dan niet soepel als een elastiekje inveren maar knikken, dan heb je 8 miljoen keer een hapering bij het rondpompen. Uiteindelijk kan de slagader hierdoor steeds verder beschadigen.”

Ook veel ‘gewone’ sportieve fietsers, de niet-profs, krijgen er volgens Schep mee te maken. Doorgaans kunnen problemen ontstaan als fietsers de grens van 50.000 kilometer passeren. Niet in één jaar behaald, maar in alle seizoenen bij elkaar opgeteld. Als je 8 jaar 5 uur per week wielrent haal je deze 50 000 al. De piek van het vaatprobleem komt na 100.000 kilometer.

Als we heel voorzichtig schatten dat 1 procent van de fietsers die meer dan 100.000 kilometer fietsen vaatproblemen krijgen, dan zouden er circa 15.000 fietsers met een vaatprobleem in Nederland kunnen zijn. Wetende dat fietsen ook in Vlaanderen razend populair is, zijn er waarschijnlijk ook daar vele duizenden patiënten. De meesten van hen ervaren wel klachten, maar weten vaak niet wat de echte boosdoener is.

Behandeling noodzakelijk

Het is belangrijk om het probleem te behandelen. De profs moeten wel, willen ze als wielrenner een boterham blijven verdienen. Ook voor de fietsers die op recreatief niveau sportief rijden, geldt dat een behandeling noodzakelijk is. “Hoe langer je ermee door blijft gaan, hoe groter de beschadiging wordt. In het ernstigste geval sluit de ader volledig af. Op dat moment heb je een serieuze handicap”, zegt de sportarts, die talloze wielrenners van de problemen heeft afgeholpen.

De behandeling bij het Máxima Medisch Centrum, waarmee SMC Sportmáx nauw samenwerkt, begint met een intake en gericht onderzoek naar de bloedvaten. Daar worden de klachten besproken en moet blijken of er inderdaad sprake is van een afknelling van de bekkenslagader. Schep wijst erop dat in een beginstadium fietsers vaak geholpen kunnen worden met een aangepaste houding op de fiets. Eentje waarbij fietsers rechterop zitten. Soms helpt ook medicatie bij het tegengaan van verdere vaatbeschadiging. Soms zit er niets anders op dan opereren.

Schep: “Er zijn eigenlijk drie hoofdoperaties. Als we er snel bij zijn en het bloedvat niet beschadigd is, kunnen we de knik eruit halen. Is het probleem al in een verder gevorderd stadium, dan moeten we het bloedvat repareren. We halen de vernauwing weg en sluiten het bloedvat met een stukje ader. Een derde soort operatie voeren we uit als het bloedvat niet alleen wijder, maar ook langer is geworden en door die lengte dubbel zit. In dat geval verkorten we hem.”

  • DOE DE SELF-CHECK | Het blijkt niet altijd eenvoudig om een vaatprobleem vast te stellen. In veel gevallen denken sporters, huisartsen en fysiotherapeuten aan een andere oorzaak. Daardoor duurt het langer voordat de juiste diagnose wordt gesteld. Heeft u ook beenklachten? Dan kunt u met een handige online self-check inschatten hoe groot de kans is dat een vaatprobleem de veroorzaker is. Het invullen duurt amper drie minuten.
  • VAATPROBLEEM? DOE EEN FIETSPOSITIEMETING | Bij een vaatprobleem moet de heuphoek een stuk groter worden om de afknikking minder te laten worden. Om dit goed te realiseren en toch nog redelijk op de fiets te zitten, kan een fietspositiemeting zinvol zijn. Het Cycle Performance Centre van SMC Sportmáx is gespecialiseerd in fietspositiemetingen en geeft daarbij goede adviezen.
  • DE SPECIALIST BIJ VAATPROBLEMEN | Dr. Goof Schep, sportarts in het Máxima Medisch Centrum, is de Nederlandse specialist op het gebied van vaatproblemen bij sporters. Het Cycle Performance Centre van SMC Sportmáx werkt nauw samen met het Máxima Medisch Centrum. En dus draait Goof Schep met grote regelmaat zijn diensten in het Cycle Performance Centre. Hij helpt u graag van de problemen af.